…Maar Klazine, als mensen onzeker zijn hè, dan trekken ze zich terug als ze het gevoel hebben dat ze ernaast zitten… dan gaan ze wat mij betreft niet heel hard roepen dat ze het toch wel goed bedoeld hebben… en dat het toch heel vaak goed gaat… dat het mis is gegaan omdat ze zich zo onzeker voelden… Nee, als je je onzeker voelt dan wil je het liefst onzichtbaar zijn en jezelf nooit meer laten horen.
Het bovenstaande moment gaf voor mij de doorslag in mijn herstelproces op weg naar het omarmen van ‘niet-perfect’ hoeven zijn. Ik ben mijn coach nog altijd dankbaar voor dat moment. Het heeft mij ruimte gegeven om te mogen zijn wie ik ben en het was de start van minder hard mijn best ‘moeten’ doen.
Veel mensen zullen het herkennen. Zowel het eerste, als het tweede. Ik kom er namelijk achter – nu ik zelf meer mensen begeleid – dat er mensen zijn die als gevolg van hun levensloop zich terugtrekken als ze onzeker worden of mensen die juist heel hard gaan voordoen alsof alles goed is. Of je het allebei onzeker kan noemen laat ik even in het midden. Het lijkt in ieder geval voor de buitenwereld niet allebei op onzekerheid.
Er gingen jaren aan vooraf waarop mijn coach mij probeerde duidelijk te maken dat mijn houding geen onzekerheid maar juist perfectie en zelfs arrogantie uitstraalde. Ik begreep het niet. Keer op keer probeerde ik weer te bewijzen dat ik goed genoeg was en daar ging ik ver in. Heel ver. Ik kon iemand eindeloos benaderen om maar te horen dat het goed was. Ik werd boos als ik het niet goed had gedaan en wilde diegene die mij daarop aansprak overtuigen van het feit dat ik toch wel heel hard mijn best deed. Waarmee ik uitstraalde dat ik juist vond dat ik het goed had gedaan. In plaats van dat ik dacht: ‘Ach ja, ze hebben ook gelijk, ik kan ook niks goed doen.’ Wat je bij onzekerheid zou verwachten.
In mijn vak ga ik ervan uit dat er geen goede of foute manieren zijn. De één komt op basis van zijn levensloop op de ene variant uit, de ander op de andere.
Ik leerde in mijn leven dat ik nooit goed genoeg kon zijn. Dat was voor mij de reden om te bewijzen dat ik dat wel was. Ik kon mij niet voorstellen dat ik ooit zou toegeven dat ik iets niet goed had gedaan. Tot ik na de bovenstaande les leerde dat ik pas echt goed genoeg was als ik het kon geloven. Als ik kon geloven dat ik er nog steeds mag zijn als ik fouten maakt. Dat anderen er nog steeds zijn als ik niet perfect ben.
Misschien wel júist als ik niet perfect ben… want dat was de mooiste les. Omgaan met ‘perfecte’ mensen is niet eenvoudig. Omgaan met mensen die kunnen toegeven dat ze fouten maken en desondanks in zichzelf geloven dat is een bijzonder cadeau.